De appels weeg ik af, precies 500 gram. Met een magisch gevoel van precies 500 gram sluit ik het zakje. De onderkant van het zakje was goed in loslaten of zat niet vast en daar rolde de magische appels op de grond van de supermarkt. Ik stond daar te kijken.
De appels vielen uit mijn handen. Het was iets wat ik vast kon houden. En nu had ik niets. Ja, een lege zak. Hoe zit dat met emoties vroeg ik me af, of met mensen…of met je verleden…Kan je dat ook loslaten en achter je laten? Ik rekende de beurse appels af en sprong enthousiast op de fiets om verder te gaan met mijn denkwerk.
Zorgen loslaten, hoe vaak heb ik dat advies niet gekregen. Ik had wel zorgen, grote zorgen en kleine zorgen. Ik dacht daar dan veel aan en voelde er van alles bij. Dat voelen was vaak negatief, doemscenario’s en veel nadenken over wat allemaal kan gebeuren. Ik dacht veel in termen als:
‘Als dit of als dat……. maar dat komt dan…. en dan komt dit weer…. Maar als dat andere gebeurt dan zit ik’. Alles kan tenslotte gebeuren.
Als je ergens begint met je zorgen maken, dan begint het gedenk. Het wordt een heel ding, wat volgens je eigen gedachten klopt. Misschien vertel je het tegen een ander. De ander zegt dan: ‘Ojoh….wat een toestand zeg, laat het los. Gewoon loslaten’. Daar sta je dan. En je cirkeltje begint weer en gelijk een beetje zelfafwijzing er nu bij: ‘Waarom kan ik het dan niet loslaten? Wat een oen ben ik toch. Ik zit me ook maar zorgen te maken en kan het niet eens loslaten’. Loslaten is altijd een proces waar je naar toe moet werken. Het lukt als je de consequenties die er ook bij horen ook aanvaard.
Nu stond ik in mijn tuin, met mijn beurse appels, de appelboom te bestuderen. Er hingen appels aan. Ik voelde de strakke appelhuid en trok er een beetje aan…vast. Ze zaten nog helemaal vast. Ik zou natuurlijk een stevige ruk kunnen geven. Die boom heeft het maar gemakkelijk. Die laat zijn appels los als de tijd rijp is. Niet eerder. Niet later, of wel later…dan vallen ze in de sloot, of beurs op de tegels.
Ben je ooit klaar met gedachtenreeksen die je zelf bij elkaar verzint en aan elkaar fantaseert? Helpt het om ‘los te laten’, en om je beter te voelen? Je zoek in al dat denken naar zekerheid, veiligheid, vertrouwen in situaties. Hoe kan ik het oplossen, de beurse appels en de appeltaart? Of de vriendschap die ineens over leek te zijn? Je denkt je vanzelf weer vast. Je haalt het verleden erbij en gaat met het verleden en je gedachten van nu aan de haal.
Dat maakt het lastig om nieuwe ervaringen op te doen, want je bent besmet met het verleden. Dat staat een nieuwe heldere gedachte en een nieuwe ervaring in de weg. Ik ben eruit. De fiets staat nog klaar: op naar de appelkruimelvlaai van de Hema.
Susan Veenstra