Een jaar of wat geleden verloor ik mijzelf. Ik verloor bijna de ander en daardoor kwam ik in een heftige confrontatie met mijzelf. Later ben ik gaan begrijpen wat er gebeurde. Ik was vooral bezig weg te lopen voor wat ik voelde. Overal waar ik was stond er een schaduw achter mij. Steeds voelde ik de aanwezigheid van iets ‘engs’ wat niet weg zou gaan. Het bleef me achtervolgen. Tot ik dacht: Kom maar op.
Ik voelde machteloosheid, controleverlies en paniek. Dat voelde niet
fijn en niet veilig. De controle van mijzelf, waar ik me zo graag aan vast
hield moet ik minder belangrijk maken. Ik raakte volledig in paniek. Loslaten
was een te grote stap. Eerst maar eens één stap.
Er waren vele redenen om mijn gevoelens uit de weg te gaan, te vluchten,
te negeren en te doen alsof het er niet was. Mijn lijf riep mij tot de orde.
Mijn keel kneep zich vanzelf dicht. Mijn maag verteerde het niet meer en verkrampte.
Mijn ogen hield ik het liefste dicht. Het licht deed letterlijk pijn aan mijn
ogen. Bibberende benen en nachtelijke zweetaanvallen.
Ik trapte het verdriet plat, maar het was onkruid. De wortel groeide gestaag
door. Het kwam terug in veelvoud.
‘Oké, zei ik. Ik ga met je aan de slag’. Ik ga erdoorheen en zal doorzetten.
Het proces begon bij aanvaarden dat ik mij niet goed voelde. Aanvaarden dat ik
verdriet had. Mijn lijf voelde en dat was in het begin niet fijn. Er was veel
behoefte weg te vluchten. Accepteren dat ik het verdriet niet ging veranderen.
Verlies doet veel pijn. Ik sta buiten mijn verzet.
De adrenaline bracht mij onrust. Hyperactief werd ik ervan. Alleen maar omdat
ik in verzet was…tegen mijzelf?
In mijn nachtmerries vielen de doden bij bosjes. Soms was er
gevoelsdoodheid en soms plopte het verdriet omhoog. Ook dacht ik soms dat ik er
al was en vierde een klein feestje. Ik leerde mijzelf kennen, zoals ik ben.
We zaten aan de Spaanse Costa in een restaurantje. Een fles wijn stond al op tafel. De vis besteld. De bergen lagen er prachtig bij. De sfeer was vredig en overal liepen mensen te genieten. De ondergaande zon ontroerde en het glas was vol. Het kabbelen van de golven van de zee maakte iets in me los. Mijn traanbuisjes spande zich aan tot ik niet meer kon. Ik voelde een zee van tranen opkomen. De vis werd geserveerd.
De Spaanse ober zag het al aankomen en ging er snel vandoor.
Ik baste in tranen uit. Stoppen ging niet meer. Het volle restaurant zag ik verdwijnen in de golven van mijn ogen. Er was ook geluid bij en het was geen Spaanse fado. Ik was het, met al mijn verdriet. Ik liet het gaan. Ik liet mijn verlangen los, dat het goed moest gaan. Ik mag verdriet hebben. Ik mag het niet leuk vinden. Ik kan het niet dragen en dat mag ook. Alles liet ik gaan. Mijn man schonk snel nog mijn glas wat voller en aaide geduldig mijn handen. Na een poosje voelde ik dat alles rustiger werd.
Het restaurant ook. De vis lag geduldig te wachten.
Er was iets: een knorrende maag. Na de vis en de wijn, voelde ik dat ik een stap genomen had.
Het proces gaat niet alleen over het verliezen van een persoon uit ons leven. We willen soms dat het anders loopt. Ik wilde zo graag dat het goed met haar zou gaan en ik had er geen enkele grip op. Ik wilde dat ze zou leven en dat ik haar gerust kon stellen. Ik moest het idee loslaten dat ik er grip op had. Het gaat om zoveel meer dan ik dacht. We kunnen iemand lief hebben, met ons hele hart. We vormen ons in allerlei bochten om er voor diegene te zijn. We voelen dat het niet werkt. Soms is het gevoel van onmacht zo diep, dat we er niet uitkomen. Je houdt het verdriet binnen in je. Het verdriet houdt je ook op de been. Je kan bezig blijven het verdriet in te houden, zodat je niet met je verdriet bezig hoeft te zijn. Zo blijft het verdriet. Je bent eraan gehecht. Vasthouden is controle hebben. En dan heb je het toch nog bij je.
Hoeveel stappen heeft rouw? Hoe lang duurt het? Het voelt als golven.
Het gaat beter op den duur. Inmiddels heb ik inzicht gekregen hoe mijn reacties
zijn, mijn gevoelens en hoe mijn lijf voelt. Wat mij helpt en wat niet? Als ik
me laat gaan in mijn emoties, verdwijn ik. Als ik het wegslik raak ik
gevoelsarm. Inzicht, begrip en het stoppen met het willen veranderen hebben mij
sterk gemaakt.
Nu weet ik zoveel meer. Ik hoef nergens meer voor weg te lopen. Ik kan
emoties voelen. Ik voel dat ik leef. Inmiddels ben ik stappen verder en
antwoorden rijker.
Afstand houden is beter dan loslaten.
Wat kan ik nu doen op dit moment om mijzelf of de situatie aan te kunnen? Welke
invloed heb ik voor mijzelf? Ik heb
geleerd om verder te leven. Het leven na verdriet. Dit is een oud verhaal en
het leven is méér de moeite waard dan ooit.
Susan Veenstra
- herschreven november 2019